5.Thou on my head in early youth didst smile,
And though rebellious and perverse meanwhile,
Thou hast not left me, oft as I left Thee.
On to the close, O Lord, abide with me.
———————————————-
5.Gij op mijn hoofd in de vroege jeugd glimlachte,
En hoewel opstandig en pervers ondertussen,
U hebt mij niet verlaten, vaak toen ik U verliet.
Tot het einde, o Heer’, blijf bij mij.