7. The more Thy glories strike mine eyes,
The humbler I shall lie;
Thus while I sink, my joys shall rise
Unmeasurably high.
——————————————-
-Hoe meer Uw heerlijkheden mijn ogen treffen,
Hoe ootmoediger ik zal neerliggen;
Zo zullen, terwijl ik wegzink, mijn vreugden opstijgen,
Onmetelijk hoog.