Op de groote, stille heide
bloeien bloempjes lief en teer
pralend in de zonnestralen
als een bloemhof heinde en veer.
En, tevreên met een karig loon,
roept de herder: “O, hoe schoon,
hoe schoon is mijn heide,
hoe schoon is mijn heide, mijn heide!”